Panama

23 maart 2015 - Cartagena, Colombia

Een “exit-fee” bij de grens aan de kant van Costa Rica en een “entrance-fee” aan de Panamese kant zorgden ervoor dat we onze weg konden vervolgen naar de beroemde toeristische bestemming Bocas del Toro – een groep eilanden in het noordwesten van Panama. Vanaf Almirante namen we een lancha richting het grootste stadje Bocas Town en het Caribische weer liet ons ook dit keer niet in de steek dus we kregen een flinke regenbui op ons kop. Eenmaal aankomen checkten we in bij een het Duitse hostel Heike waar het stikte van de Nederlanders en waar we om de hoek heerlijke Engelse Fish-and-Chips konden scoren. Bocas Town lijkt te bestaan uit hostels, hotels, barretjes en restaurantjes allemaal gerund door buitenlanders. Er liepen wel veel locals op straat, maar ik denk dat zij zich meer bezig houden met het reilen en zeilen achter de toeristenschermen, want zelfs in de lokale toeristenwinkel zat een Braziliaanse vrouw achter de toonbank.

De regen werd er niet minder op, maar Hollands dat wij zijn hopten we toch in de bus richting het strand aan de andere kant van het eiland samen met nog die Nederlandse meisjes. Het is op dit strand dat Max en ik onze eerste echte gigantisch grote zeester zagen (die we ondertussen, ongeveer 2  weken later, als doodnormaal beschouwen). ’s Avonds verzamelden we alle andere Nederlanders bij elkaar en speelden we ping pong en mega Jenga in een leuke bar genaamd “Books, Booze and Beyond”. Het was een spontane en gezellige avond en er staat al een reünie gepland in Amsterdam als we terug zijn. Op onze laatste dag begon te zon te schijnen en heb ik me zowaar verbrand aan de binnenkant van m’n benen. We namen de nachtbus naar Panama City als overstap naar de noordkust waar onze zeilboot S/Y Quest met Zweedse kapitein Goeran lag te wachten voor de oversteek naar Colombia.

Panama City is de afgelopen 15 jaar uitgegroeid tot een stad met een geweldige skyline en heeft toch z’n charme behouden. Ik vond het niet per se heel uitnodigend om rond te slenteren, omdat de stad zo gigantisch groot is. Maar het oude gedeelte Casco Viejo waar we sliepen in Luna’s Castle was wel heel leuk om doorheen te struinen. We probeerden met het openbaar vervoer bij het Panama Kanaal te komen, wat halverwege flopte waardoor we toch een taxi aanhielden. Het Panama Kanaal viel een beetje tegen omdat je als bezoeker alleen het gedeelte bij de sluis kunt bekijken – je ziet dus wel een gigantische boot door de sluis gaan, wat best indrukwekkend is, maar je ziet niet allerlei boten door het kanaal varen of wachten voor het kanaal. In de wijk Panama Viejo wilden we ruïnes bezoeken, maar dat bleek bij aankomst 8 dollar entree te zijn en wij waren helaas helemaal platzak. Het ritje door de stad met de bus was wel leuk, alleen stapten we te vroeg uit waardoor we een flink eind terug moesten lopen naar het hostel. Ach ja, goed voor de benen zeggen ze.

Portobelo was de haven vanwaar de zeilboot vertrok om ons via de San Blas eilanden naar Cartagena in Colombia te brengen. We klommen aan boord met een zak vol eten, bier en zeeziek pillen op 18 maart en kregen heerlijk te eten van chef Harry, een Zweedse man die voor het eerst meeging aan boord als kok en de onweerstaanbare neiging had om de hele dag door tegen zichzelf en tegen het eten te praten – hilarisch! Aan boord waren nog Sam, een Amerikaanse architect, Danni & Gary, Australische backpackers met koffers op wieltjes, en drie Zweedse meisjes Hanna, Malin en Charlotte. Al met al een leuk groepje, niet te wild maar iedereen hield wel van een drankje.

San Blas is gewoonweg onbeschrijfbaar, maar ik ga het toch proberen. Overal waar je kijkt zie je eilandjes met palmbomen en parelwitte stranden. De zee is zo helder blauw dat het bijna pijn doet aan je ogen  als de zon schijnt. Er staan schattige houten hutjes op sommige eilanden waar de originele bevolking, de Kuna, wonen. Zij roeien of zeilen met zelfgemaakte houten kano’s tussen de zeilboten door met mooie handwerkjes, koude biertjes en verse kreeft. Zeven verse kreeften voor 30 dollar belandden die avond op onze bordjes en we hebben er heerlijk van gesmuld. De eerste nacht sliepen we bij het eiland Chichime. Op de tweede dag bracht Kapitein Goeran ons naar een oud wrak, waar we konden snorkelen en een hele nieuwe onderwaterwereld vol gekleurde vissen en plantjes ontdekten. Ik had voor deze reis nog nooit gesnorkeld en dit was voor mij echt zo’n geweldige ervaring! In de avond maakten we samen met een andere groep van een andere boot een groot kampvuur op Green Island en dronken we rum-cola. Als verrassing bracht onze kapitein ons in Colombia ook nog naar het eiland Tintipan, zodat we niet de hele dag en nacht op zee zouden zitten. De kapitein was hier zelf ook nog nooit geweest, maar het is een heel mooi eiland vol mangroves. Goeran nam de Zweedse meisjes, Sam en mij mee in z’n kleine motorbootje op ontdekkingstocht, en aan de andere kant van het eiland was een drijvend hostel met een Nederlandse eigenaar. Hier kregen we een biertje en vervolgens gingen we nog een kijkje nemen bij Santa Cruz del Islote, een mangemaakt eiland met 1247 inwoners, beroemd omdat het het dichtstbevolkte eiland ter wereld is. We kregen een rondleiding van Adrian waarbij we ons vooral heel erg ongemakkelijk en bekeken voelden in onze bikini’s lopend door de kleine straten van Santa Cruz. Er staan huizen op het eiland, maar het leven is op straat. Er zat een groepje mannen domino te spelen, kinderen dansten en speelden met het springtouw en vrouwen hielden alles met toegeknepen ogen in de gaten. De zon ging al bijna onder waardoor de kapitein geen tijd had om Max en de Australiërs op te halen en hen ook daarheen te brengen, al was dit wel een beetje dubbel omdat zij deze ervaring nu hebben gemist. Max heeft er terecht wat over gezegd tegen de kapitein, maar alles is met een handdruk afgehandeld en we konden weer blij verder op weg naar Cartagena.

Na 5 dagen en nachten op de S/Y Quest kwamen we dan eindelijk aan in Colombia, onze voorlaatste bestemming. We hebben twee weken om in Bogota te komen, vanwaar we weer richting Europa vliegen. Een plan begint zich al te vormen in ons hoofd hoe we onze weg willen vervolgen, maar eerst gaan we Cartagena verkennen in al z’n pracht en praal. 

2 Reacties

  1. Carla:
    24 maart 2015
    Hoi liefjes, leuk die verhalen telkens weer. Geniet nog van de laatste periode van jullie fantastische reis! groet met kus, je vader
  2. Jacqueline:
    24 maart 2015
    Die San Blas eilanden, daar wil ik heen!!!